maandag 12 september 2011

Zanzibar


Daar, daar zijn ze. Met wel 12 bootjes wordt er “gejaagd” op een paar dolfijnen. Op de meeste bootjes zitten wel 10 toeristen, met de gehuurde duikbril al op. Ook wij zijn er klaar voor. De flippers al aan en de bril al op. Jump, jump roept onze kapitein van nog geen 20 jaar oud. Wij zijn de enige toerist aan boort en het bootje wordt verder nog bemant door een ventje van 8 jaar oud dat de kapitein helpt. Wij het water in. Look down, zegt de kapitein. We zien niets, alleen de belletjes in het water van onze plons in het water. We gaan weer aan boort, eerst de flippers uit, anders kunnen we het gammele trapje niet op klimmen. Als we zitten gaan we weer op zoek naar de dolfijnen, samen met de andere bootjes. Als een van de bootjes weer vaart maakt en dus de dolfijnen heeft gespot, gaan we er met z'n allen weer achter aan.
Zo hebben we dit spelletje wel zeker tien keer herhaald. Uiteindelijk lukt het ons de dolfijnen onder water te zien. Echt zwemmen met de dolfijnen, zoals het wordt verkocht, is het niet. Daarvoor zijn de dolfijnen veel te snel weer weg. Waarschijnlijk komt het door het teveel aan bootjes en toeristen.

Bovenstaand uitstapje hebben we op de tweede dag gedaan van ons bezoek aan Zanzibar, een (groot) eiland voor de kust van Tanzania. We zijn daar naar toe gegaan met de fastferry vanaf Dar es Salaam. Totaal hebben we vier dagen doorgebracht op het eiland.

Zanzibar is vanuit het verleden bekend als doorvoerhaven voor de slaven die vanuit de binnenlanden van Africa werden verscheept naar Arabië. Op de derde dag van ons verblijf hebben we de “slave market” bezocht. Er is niet zoveel meer over van destijds, want op de plek waar vroeger de slaven werden verhandeld staat nu een kerk. Twee slaven kamers zijn nog over. Als je er in zit krijg je een klein beetje een idee hoe het er aan toe ging. Er werden 75 mensen (mannen, vrouwen en kinderen) in een kleine ruimte opgesloten voor 2 of 3 dagen en nachten, nadat ze al de zware tocht over het Afrikaanse land hadden overleeft, om ze te testen. Ze kregen geen eten of drinken, er was geen toilet en ze moesten boven op elkaar liggen omdat er niet genoeg ruimte was. Na die 2,3 dagen werden degene die het hadden overleefd verkocht als slaaf. Voordat de prijs werd bepaald werden ze eerst nog flink geslagen om ze te testen. Die gene die het overleefde of zich sterk hielden brachten het meeste geld op. Naast de kerk is een mooi monument gemaakt door een Zweedse kunstenares, ter nagedachtenis aan de slaven van destijds.

De overige tijd op Zanzibar hebben we doorgebracht in Stone Town, het gedeelte van de stad waar nog veel gebouwen over zijn gebleven uit de oude tijd. Je kunt er heerlijk dwalen door alle nauwe straatjes met de nodige (toeristen) winkeltjes, als je tenminste niet wordt aangesproken, lastig gevallen door de zoveelste “Spice tour” verkoper of bedelaar. Zanzibar is ook bekend om zijn kruiden, dus kan je met een locale “gids” een spice tour doen. We hebben dat uiteindelijk niet gedaan. 's-avonds hebben we (meestal) lekkere hapjes gegeten bij de Forodhani Gardens, waar een heleboel kraampjes staan met verse vis, sapjes, kleine pizza's, etc. Het lijkt een beetje op het grote plein in Marrakesh (Marokko).

Op de laatste dag krijgen we slecht nieuws te horen van de hoteleigenaar. Die nacht is er een vrachtboot “Spice Islander I” (we hebben de boot beladen zien worden) gezonken die onderweg was van Zanzibar naar Pemba (ook een eiland). Er zijn speculaties dat er teveel mensen en/of belading aan boord is gegaan, 200 mensen mogen er mee en er zijn geruchten dat er tussen de 600 en 2000 mensen aan boord waren. Terwijl wij nog op het eiland zijn hebben ze gelukkig al 300 mensen kunnen redden die met allerlei boten en bootjes naar de kade worden gebracht en dan met ambulances en elke andere auto die maar mensen kan vervoeren naar het ziekenhuis worden vervoerd.

Onze ferry (een goede??) heeft ons weer naar Dar es Salaam gebracht, waar we nu dit bericht zitten te tikken. Waarschijnlijk gaan we morgen weer op pad. We zullen nu richting de bergen gaan aan de grens met Kenia, richting Kilimanjaro.  

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoi Syl en Jan,
Heb net eerst even op internet het nieuws over de MV Spice Island gelezen. 198 mensen zijn omgekomen, 620 hebben het overleefd. Wat een ramp aan het einde van de ramadan. Onlangs zag ik een item over Indonesie, waar de halve bevolking zich per(overvolle)boot verplaatste om het suikerfeest bij familie te vieren. Dan kun je je voorstellen hoe die boot bij jullie eruit heeft gezien ! Jij ziet er anders patent uit Sylvia, leuke foto ! Zat iedere dag al te kijken of er nog geen nieuw verhaal van jullie verscheen. Maar deze was weer fijn uitgebreid.
Succes met het vervolg van jullie reis.
Groetjes,Anneke en Jan