dinsdag 3 april 2012

Over de Tanzan highway naar Zambia

De regen stuurt ons naar het zuiden, mede omdat de parken door de 'black cotton soil' (zwarte zachte klei) niet begaanbaar zijn. Je voelt dat je voeten zelfs naar beneden gezogen worden in deze aarde. Laat staan onze 'Canary'. We hebben in een glimp wat olifanten langs de kant van de weg gezien toen we over de highway door het Mikumi park reden. In Iringa bezoeken we Neema Crafts workshop.  Hier wordt door gehandicapten o.a. papier gemaakt. Het is prachtig om te zien hoe trots deze mensen uitleg geven over hun werk. Een jongen met maar één arm die stempels zet, dove mensen achter het weefgetouw en in het restaurant. Een geweldig initiatief, zelfs door president bush geëerd. En natuurlijk hebben we tips genoteerd. De weg van Iringa naar Mbeye stond vol met politie controles. Schijnbaar is het einde van de maand. Wij hebben maar één boete, de meeste agenten vroegen nog naar 'n soda, wat in Tanzania een fooi.... betekent. We kamperen op het helicopter platform van de Utengule coffee farm. (een van de eerste in Tanzania). Er stond een andere camper die in de lodge ging eten. Wij konden het niet laten om ons ook te verwennen. Na lange hete dagen rijden door Africa, soms afzien, opletten, is het een verademing om dan opeens in zo'n oase van de koloniale tijd, met prachtig uitzicht (ondergaande zon) terecht te komen. De regen waaide gelukkig over en we krijgen weer goede tips voor het vervolg van de reis.


's Ochtends weer vroeg op pad om op tijd, voor de drukte, de grens te passeren. De weg naar de grens is redelijk goed met hier en daar potholes. Overal begroeide heuvels vol met zonnebloemen. (Van Gogh zou er nog maf van geworden zijn). Met pijn in ons hart verlaten we Tanzania, een land met zoveel contrasten. Hopelijk komen we weer terug. We worden opgewacht door wat mannetjes die ons wel door de grens willen leiden. Snel hebben we ons dit keer laten overhalen, want ze dirigeerde ons snel om een kilometers lange vrachtwagen rij heen. We zijn inmiddels gewend aan het gedoe, want we wisten snel wat geld te wisselen zodat we de diverse taxen konden betalen in Kwacha (de Zambiaanze munt). Van het ene naar het ander loket zijn we netjes de jongens gevolgd. Uiteindelijk hadden we vier formuliertjes en het carnet gestempeld in aftandse containers. Het is werkelijk ongelofelijk als je ziet hoe er wel 15 mensen voor een loketje staan te zwaaien, met in hun hand wat dollars en vieze vervrommelde papiertjes waarop stempels moeten komen. Na de jongen een tip gegeven te hebben stonden we twee uur later in Zambia. Met 200 km tar road met veel potholes voor de boeg. Onderweg zien we diverse omgevallen vrachtwagens. Zelfs moesten we wachten zodat ze er weer één rechtovereind konden zetten. Ongelofelijk hoe hard die soms met een giga snelheid moeten uitwijken voor de gaten in de weg. Ja, dan gaat het wel eens fout.

We wilden overnachten bij het Africa house. Een soort imperium opgezet door een Brit in de koloniale tijd. Er was geen camping mogelijk, dus we moesten door. De regen dreigde en op de Kapishya hotspring campsite  werd ons direct een huisje aangeboden. We moeten kiezen. Kiezen we voor comfort. Je weet nooit of het schoon is, het bed lekker ligt) en uit eten of campsite en ons eigen potje. We kiezen dit keer toch voor de campsite. Er is een afdak voor de regen en een goede douche (lekker opgestookt met een vuurtje) en na het eten drinken we nog een biertje bij de lodge. Er is hier een bijzonder koloniale sfeer, oude balken, foto's van wilde dieren, 'n charcoal vuurtje en luxe grote fauteuils. We krijgen nog een 'gratis' desserts (voor Hollanders niet te weigeren, zegt de eigenaar).
De volgende ochtend neemt Jan een bad in de hotspring. 'n bron waarvan het water zakt tot wel 7 km in de aardkorst. Het wordt daar opgewarmd tot hoge temperatuur en opgestuwd naar de oppervlakte. Met elke km verliest het water 10 graden aan temperatuur. De bron is zo'n 40 graden.
De regen dreigt nog steeds dus wij rijden weer terug naar de hoofdweg en naar het Zuiden.
Onderweg stuitten op een kleine vrachtwagen die vast zit in de blubber. We trekken hem eruit. Hierdoor kunnen we ook weer door. Dat de Canary dit allemaal kan he!
Aan weerszijden van de Great north road zien we rode aarde met hoog gras, Afrikaanse savanne, Zambiaanse hutjes. De mensen zien er anders uit. Hier geen Kanga's of Kitenge meer, maar de vrouwen zie je in hempjes, rokjes en hebben hun haar zelfs netjes gekapt. Vaak dragen ze zelfs een een pruik. Natuurlijk meestal wel met kind op de rug of buik! De enige supermarkt in een omtrek van 500 km. heeft een telling, dus zonder boodschappen, maar met een volle tank rijden we weer verder. We hebben wel brood kunnen kopen, dus onderweg smullen we van dit keer lekker vers wit brood aan de kant van de weg. Nog één lange dag rijden in de regen en we overnachten op het terrein van Forest Inn.

1 opmerking:

Karin en Jan zei

On the road again!
Weer echt op avontuur!
Geniet ervan.

Knap hoor die canary, een vrachtwagen uit de blubber trekken!

Hier alles goed, ook met ukkie!