dinsdag 24 april 2012

Via Nata naar Maun


Wat ons opvalt is dat Botswana duidelijk ruig en tamelijk onbewoond is (door mensen dan). Je struikelt hier letterlijk over het wild en vooral over de olifanten (sporen). We stoppen bij de campsite 'Elephant sands', dat eigenlijk een wildfarm is. Hier hebben we ondanks dat er heel veel olifanten rondliepen gewoon in ons daktentje geslapen. Voor Syl blijft dat nog altijd een uitdaging. We konden ook in een huisje slapen, maar ja dat is toch wel een stuk duurder. We bezoeken het Bird Sanctuary National Park in Nata. De flamingo's zijn al verder de pan opgelopen omdat daar nog water is en zijn zodoende slecht te zien. Soms zijn er miljoenen van deze vogels te zien. We hebben wel pelikanen van redelijk dichtbij kunnen zien. Later kwamen we terecht op de Nata Lodge.
Al snel worden we aangesproken door een Zuid Afrikaan, die ons autootje toch altijd zo ontzettend leuk vinden. Hijzelf heeft blijkt later een gigantisch grote uitgebouwde Toyota Landcruiser te hebben, met daarachter nog een caravan ook. Totaal heeft hij o.a. drie koelkasten, waarvan elke afrikaan toch zeker één gevuld met vlees (diepgevroren) bij zich heeft voor ca. drie weken braaien. Deze man gebruikt een van de koelkasten om te laten zien aan de controle van de Veterinaire Inspectie. Hier zit geen vlees en fruit in, anders is hij dat elke keer kwijt (de controle is dus niet echt waterdicht). Hij heeft een andere route moeten rijden en vraagt of wij naar het Nxai Pan National Park willen. Het park en zelfs de campsite is betaald. Hij brengt ons later zelfs nog de nieuwste routekaart van Botswana.

Wij Hollanders kunnen dat aanbod niet laten varen, dus de volgende dag op weg naar de Nxai Pan. Zijn papieren en betaalbewijs overhandigen we bij de poort en even later zijn we binnen. Gelijk al stonden we niet te juichen. Diep, diep zand en dat voor zeker 33 km. Het lijkt wel of we weer op zee zitten zo gaat de auto golvend over het terrein. Gelukkig staat er geen olifant toevallig op het pad. Toch lukt het Jan om zonder vast te komen zitten de volgende poort te halen. Het is inmiddels al laat en we laten ons om boeken op de campsite (South camp) vlak bij de waterbak. 's Middags hebben we een tijdje bij de waterbak gestaan. Het is zo bijzonder als je hier de tijd voor kan nemen. Als je werkelijk het ene na de het andere beest (struisvogel, secretaris vogel, jackel, giraf, wildebeest, olifant en duif) ziet aankomen, die wat gaat drinken en langzaam weer weg gaat. South Camp blijkt een goede plek, maar met al dat grote wild voor Syl alweer stress. Dus vroeg de tent in (voor dat het donker is). Wel zo veilig. Er is een groot nieuw toilet gebouw. Speciaal geprepareerd om olifanten te kunnen weerstaan. Met smalle openingen als looppad liggen om het gebouw heen grote betonplaten, waaruit lange ijzeren pennen naar boven steken. In de droge tijd doen olifanten namelijk veel voor (vers) water. Dit hoorde we al op Senyati camp, waar ze de kranen van de muren breken als de waterpomp niet aan is en ook op Elephant Sands. Daar schijnt het gebeurd dat olifanten met hun slurf tussen de opening van het dak en de (lage) muur door het water uit de toiletpot slurpten. Als je dan net op de wc zit schrik je je lam als er opeens een olifant achter de muur staat die zo nodig jouw toiletpot heeft uitgekozen. Het verhaal gaat dat diverse keren 'n toerist al gillend het gebouw uit kwam rennen.

De speciale Baobabs, waar ontdekkingreiziger/schilder Thomas Baines indertijd heeft geschilderd, hebben we de volgende ochtend bekeken. Prachtig en absoluut het door het zand ploeteren de moeite waard. Het zijn zeven hele oude en grote bomen die dicht op elkaar staan op een heuveltje midden in de zout pan. Om er te komen zijn we deels over de pan heen gereden op een weg die enkel is gevormd door sporen van auto's die voor ons hebben gereden. Het absoluut niet verstandig je eigen pad te maken, want dan kom je zeker vast te zitten.
In het geheel genomen was deze expeditie behoorlijk veel moeite voor weinig dieren. Omdat het land hier al gort droog is, zijn de beesten al verder getrokken.

We hebben inmiddels koers gezet naar Maun en staan weer veilig bij een hotel achter een hek langs de rivier. Ooef, kunnen we weer even bijkomen en wat klusjes doen, zoals internet, wasje, vetspuit voor de auto en natuurlijk een verdere route uitstippelen.

Geen opmerkingen: