dinsdag 21 augustus 2012

Lange, lange, stoffige, stoffige tocht


In het pikke donker komen we aan bij een missie post vlak bij Songea in Tanzania. Volgens onze informatie is er een mogelijkheid om hier te overnachten. Twee mannen van de missie gaan ons in het donker voor om de “campsite” aan te wijzen. Uiteindelijk komen we via allerlei weggetjes over het missie terrein bij een plek waar ze net allerlei geulen in de weg hebben gegraven. Hier moeten we overheen. Dus met veel gedoe in het donker doet de 'canary' wat hij moet doen. En nu? vragen we aan de mannen. Wel, het is nog een stuk deze kant op.
We lopen een stukje en tot onze verrassing, maar ook van de mannen, kunnen we niet verder. Er is een boom omgevallen. “Kom maar mee” zegt een van de mannen “er is nog een andere weg”. Hij neemt ons te voet mee door een terrein met geulen, greppels en weten wij veel wat nog meer, we zien namelijk niets in het aarde donker. Wel schijnt een van de mannen met z'n lampje regelmatig naar een grote visvijver. Als het licht op het water valt springen er vissen omhoog. De man verteld dat de missionarissen in opleiding, de missie is een opleidingsplek voor ca. 200 aanstaande missionarissen, twee keer per week gaan vissen in de vijvers. We blijven maar lopen en hebben steeds meer twijfels of we dit in het donker dadelijk met de auto moeten gaan doen. Uiteindelijk overtuigen we de mannen om te stoppen en een plek in de buurt van de missie gebouwen voor ons te zoeken. Uiteindelijk na anderhalf uur staan we ergens bij een of ander gebouwtje. Geen toilet, geen douche maar wel een water kraantje. En bewaking. Een van de mannen blijkt grote gaten in zijn oren te hebben (hadden we in het donker niet gezien) en zegt “ik ben een massai en ga waken”. We lachen wat en zeggen we geloven hem niet. Hij is heel netjes gekleed in een leren jasje. Syl vraagt, kun je hoog springen (dat kunnen ze goed) en ja hoor hij springt... hoog. Hij verdwijnt en wij maken snel wat te eten klaar. Jan is al een tijdje sacherijnig, want vandaag te weinig gegeten, gedronken en te veel gereden. Ons hapje is net klaar als het mannetje weer terug is maar nu in Massai kleding. We lachen weer en hij babbelt vrolijk in zijn taaltje (Maa) waar wij niets van begrijpen. We zetten hem op de foto en hij verdwijnt weer om (als het goed is) te waken over ons en het terrein van de missie. De volgende morgen zien we onze massai weer. Of hij heeft gewaakt weten we niet zeker, hij kwam ergens uit het gebouwtje vandaan en heeft vast ook een tukje gedaan.

We kwamen zo laat aan bij de missie omdat we een lange reisdag achter de rug hadden. Vandaag waren we grens overgestoken tussen Mozambique en Tanzania. Een niet veel gebruikte grensovergang. Volgens informatie zijn wel alle voorziening (immigratie, douane, etc) aanwezig. De meest recente update hebben we gekregen van mensen van de Mbuna Lodge. Deze lodge ligt werkelijk op een prachtige locatie aan Lake Niassa vlak bij het plaatsje Metangula. Normaal gesproken zouden we hier niet naar toe gaan, is een beetje boven ons budget, maar we waren even toe aan iets “normaals”. Een toilet, een douche met warm water en een normaal plekje om te slapen. De tocht van Inhassoro aan de kust van Mozambique naar Lake Niassa was zwaar.

Niet om te klagen, want we kiezen er zelf voor, maar even om het kwijt te zijn;
monotoon saai landschap
geen pinautomaat die het doet in een radius van 1000km
slechte tot zeer slechte wegen
geen campsite (dus bij de zusters van de missie gestaan)
wel een campsite maar dan een zonder douche, en een vieze toilet, maar wel met een openlucht disco om de hoek of een stoffige, lawaai weg naast je plekje
niets normaals te krijgen onderweg
diefstal in ons “favoriete” stadje Gurué (wat een kl... campsite), de adapter van onze laptop is op een terras van een internet hotspot uit de rugtas ontvreemd

Er was nog een reden van onze late aankomst bij de missie, en dat hadden we niet helemaal ingecalculeerd. We hadden wel gehoord dat ze soms belachelijke prijzen vragen voor het visum van Tanzania, tweehonderd dollar, terwijl wij tot nu toe aan vijftig dollar hebben betaald. Dus lichtelijk voorbereid op wat gedoe en gezeur komen we bij de border aan. Aan de kant van Mozambique is alles binnen een kwartiertje geregeld. Dat kwartiertje kan nog veel korter maar ze nemen er de tijd voor. De mannen van de douane (twee) en immigratie (drie) zitten in een nieuw gebouwtje te wachten op de verdwaalde geesten die hier de grens over willen. Gisteren één auto en tien voetgangers (die worden met een dala dala bij de grens gedropt en aan de andere kant van de grens gaan ze weer verder met een dala dala). De dag er voor twee auto's en twaalf voetgangers. We steken een brug over en staan op Tanzaniaanse bodem. Het gebouwtje van de douane/immigratie ziet er echt Tanzaniaans uit, een rommeltje, niet te vergelijken met de buren. We lopen naar binnen en een paar mannetjes schrikken op. Ze liggen achterover in stoelen naar een tv te kijken die, zoals alles wat geluid maakt in Afrika, zo hard mogelijk staat. De kwaliteit is niet belangrijk maar wel het volume. Een van de mannetjes maakt met moeite wat aanstalten en we volgen hem naar zijn “kantoortje”. Hij vraagt of we een visum hebben. Nee die hebben we niet, we hebben gehoord dat die hier op de grens worden verstrekt. Hij gaat zuchten en steunen, laat zijn hoofd op zijn bureau zakken en zegt dan, hier worden geen visums verstrekt, jullie zullen naar de ambassade moeten gaan in Maputo. We kijken hem aan. Weet hij wel hoe ver dat is hier vandaan (ca 3000 km)? Ja dat weet hij, maar dat veranderd niets aan de situatie. Hij zit nog wat te rommelen en pakt dan onze paspoorten en gele boekje en stopt ze in een laatje. Jan gaat vlak bij het kleine mannetje staan en zegt als je toch niet doet met die paspoorten geef ze dan maar gewoon terug. Met moeite doet hij dat. Hij staat op loopt zijn kantoor uit en gaat weer bij de tv zitten. We lopen wat in de rond en geven aan dat we de tijd hebben en als het moet zetten we tent op naast het douane gebouw en gaan daar overnachten. Het mannetje zegt dat hij dat niet kan toestaan. Wij zeggen hoe ga je dat tegen houden. Wel zo gaat het even door tot hij weer opstaat en naar zijn kantoortje loopt. We volgen hem. Hij gaat weer met zijn hoofd in zijn handen zitten. Syl vraagt hem wat er voor nodig is om alsnog een visum te verstrekken. We denken dat wat geld wellicht zal helpen. Hij zucht, steunt en vraagt onze paspoorten weer en geeft een briefje wat we moeten invullen (aanvraag visum). We kijken elkaar aan en hebben inmiddels stille hoop. Na nog veel meer gesteun, gezucht, zet hij uiteindelijk een stempel in onze paspoorten, we betalen de normale $ 50, en verlaten zijn kantoor. We moeten nog wel naar douane, maar die doen niet moeilijk.

Na twee uur zitten we weer in de auto. We hebben geen idee wat nou eigenlijk zijn doel was. Alleen een beetje comedy, machtsvertoon?? We weten het niet. Het heeft ons wel twee kostbare uren gekost. Maar gelukkig twee uren en niet 3000 kilometer naar Maputo!

Welkom in Tanzania (Karibu Tena) zullen we maar zeggen.









1 opmerking:

mapa zei

goede morgen jan en syl
kijk dit is weer een verhaal die je kan toe voegen aan je boek als je dat nog eens gaat schrijven.dat maak je hier niet mee, nou in deze vorm dan . deze reis word weer vervolgt door een andere en wat maken jullie dan weer mee,wij reizen met jullie mee en horen en zien de verdere verslagen.
veel liefs en groetjes mapa